3. Lichte tot matige vereenzaming

Doel:

Inwoners hebben negatieve denkpatronen doorbroken.

Hoe:

Mensen die vereenzamen trekken zich vaak terug en dreigen zo terecht te komen in een neerwaartse spiraal waarin zij negatieve denkpatronen en verwachtingen ontwikkelen. Negatieve denkpatronen over sociale situaties (‘ik ga niet naar dat feestje, niemand zit op mij te wachten’) kunnen ook voortkomen uit een negatief zelfbeeld. Het helpen doorbreken van negatieve denkpatronen blijkt een effectieve vorm te zijn bij het verminderen van eenzaamheid. De bekendste methode voor het doorbreken van negatieve denkpatronen is cognitieve gedragstherapie (CGT). Voorbeelden van andere methoden die kunnen werken bij het doorbreken van negatieve denkpatronen zijn EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) en ACT (Acceptance and Commitment Therapy). Onderdelen van CGT en ACT worden gebruikt in allerlei activiteiten, aanpakken en cursussen.

Doel

Inwoners hebben voldoende vaardigheden om grip te hebben op hun sociaal emotionele leven.

Hoe

Voor het aangaan en onderhouden van sociale contacten zijn sociaal-emotionele vaardigheden cruciaal. Je open en kwetsbaar op durven stellen is bijvoorbeeld van belang voor het verdiepen van vriendschappen. Ook bij de communicatie met instanties, werkgevers en collega’s zijn sociaal-emotionele vaardigheden van belang. Voor het verbeteren van deze vaardigheden zijn verschillende trainingen en lesprogramma’s beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan de Kanjertraining (voor jongeren van 4 tot en met 16 jaar), of de interventie Levensvaardigheden (voor jongeren van 13 tot en met 17 jaar). Voor volwassene zijn er assertiviteits- of weerbaarheidstrainingen beschikbaar. Voor vrouwen van 50 jaar en ouder is er bijvoorbeeld de ‘GRIP en GLANS’-groepscursus.

Doel:

Inwoners hebben praktische ondersteuning gekregen, die hen in staat stelt hun sociale netwerk te versterken.

Hoe:

Het bieden van praktische ondersteuning kan een belangrijke eerste stap zijn bij het verminderen van eenzaamheid. Denk bijvoorbeeld aan het helpen met administratie, bieden van vervoer en het ontlasten van mantelzorgers. Soms moeten eerst praktische problemen verholpen zijn, voordat mensen ruimte in hun hoofd hebben om hun netwerk te verbeteren. Soms vragen mensen om praktische ondersteuning, zoals het helpen ophangen van een lamp, terwijl er eigenlijk een sociale ‘vraag achter de vraag’ zit. Het bieden van praktische ondersteuning biedt dan een kans om ‘binnen te komen’ en vertrouwen te winnen en vervolgens op de sociale vraag in te spelen. Praktische ondersteuning is ook het warm doorverwijzen: veel mensen vinden het lastig naar nieuwe sociale activiteiten te gaan. Het kan voor hen veel betekenen als de eerste keren iemand meegaat.

Hoe:

Inwoners zijn sociale relaties aangegaan, of hebben deze verbeterd, waarin zij problemen kunnen delen en zich begrepen voelen.

Doel:

Als het mensen niet goed lukt betekenisvol contact zelfstandig te organiseren, kun je hierbij ondersteunen. Voorbeelden van deze vorm van ondersteuning zijn maatjes- en mentorprojecten, bezoekdiensten en lotgenotencontact. Deze vorm van ondersteuning past het beste bij gevoelens van emotionele eenzaamheid. Volgens ervaringsdeskundigen speelt lotgenotencontact een belangrijke rol bij het verminderen van eenzaamheid. Het delen van problemen met mensen in de dezelfde situatie zitten, verlicht het gevoel er alleen voor te staan. Bij maatjesprojecten en bezoekdiensten loont het de moeite te investeren in een goede match. Het contact kan immers alleen betekenisvol zijn als mensen een ‘klik’ met elkaar hebben en zich in elkaar herkennen. Om goed te kunnen ‘matchen’ is het nodig dat er voldoende tijd is voor kennismakingsgesprekken.

Doel:

In-woners voelen zich ondersteund bij het vinden van een groep of plek die hen het gevoel geeft erbij te horen.

Hoe:

Denk bij het bieden van ontmoetingsmogelijkheden aan het organiseren van een wandelclub, een gezamenlijke maaltijd of het vormen van een ‘community’ zoals Sweet 70. De meest succesvolle ontmoetingsactiviteiten betrekken de doelgroep bij het bedenken, organiseren en uitvoeren van activiteiten. Groepsactiviteiten waar mensen minimaal vijf maanden of langer regelmatig aan deelnemen blijken goed te kunnen werken om eenzaamheid te verminderen. Enige voorzichtigheid is wel geboden. Mensen die al wat verder vereenzaamd zijn, hebben niet altijd de vaardigheden meer om zich staande te houden in een groep. Het aansluiten bij een groepsactiviteit kan dan tot teleurstellingen leiden. Het kan daarom nodig zijn dat mensen eerst weer wennen om met nieuwe mensen contact te maken, bijvoorbeeld met behulp van een maatjesproject.

Doel:

Inwoners voelen zich ondersteund bij het vergroten van het gevoel dat hun leven betekenisvol is. Zij ervaren een doel te hebben, ergens aan bij te dragen.

Hoe:

Het van belang kunnen zijn voor een ander en gezien worden door anderen, vergroot het gevoel dat het leven betekenisvol is. Voorbeelden van sociaal gewaardeerde rollen zijn die van werknemer, vrijwilliger, lid van een vereniging of actiegroep, mentor en coach. Het helpen vinden van een sociaal gewaardeerde rol begint bij het verkennen van talenten van mensen, wat zij graag doen en welke wensen zij voor de toekomst hebben. Dit biedt aanknopingspunten voor het vinden van als zinvol ervaren activiteiten. Je kunt daarbij bijvoorbeeld gebruik maken van de vragen uit de Leefgebiedenwijzer. De meest genoemde reden waarom mensen geen maatschappelijke activiteiten ondernemen is ‘ik ben nooit gevraagd’. Alleen al mensen vragen om bijdrage kan hen over de drempel helpen.

Doel:

Inwoners hebben bezigheden gevonden die zij graag verrichten.

Hoe:

Als mensen opgaan in wat ze doen, kan daardoor het gevoel van eenzaamheid gerelativeerd worden en naar de achtergrond verdwijnen. Denk bij bezigheden die mensen graag doen aan tuinieren, wandelen, handwerken, films kijken en schilderen. Bezigheden kunnen ook een educatief karakter hebben, zoals een fotografiecursus, een taalcursus of een studiekring. Als mensen een activiteit vinden waarin zij plezier in hebben kan dat bovendien leiden tot een toename van het zelfvertrouwen: ‘ik ben hier goed in’. Bovendien levert het ook gespreksstof op voor contact met anderen die dezelfde interesse hebben. Het verkennen met mensen van waar zij goed in zijn, wat zij graag doen en waar hun interesses liggen biedt aanknopingspunten voor het vinden van prettige bezigheden. Je kunt daarbij gebruik maken van de vragen uit de Leefgebiedenwijzer.

Welk soort activiteiten kun je inzetten?